Nieuwsgierige schapen
30 augustus 2020 - Krossanes, IJsland
Het is vrijdag 28 augustus wanneer ik de camping Bjarg verlaat. Ik heb er 2 nachten gestaan. Gister Namafjall, Krafla en Grjótagjá bezocht. Nu fiets ik voor de tweede keer de heuvel van 10% op. Ik daal af en passeer Namafjall weer. Dan volgt er een licht glooiend landschap. Een kaal landschap met stenen en grassen. Ze zijn hier bezig met de aanleg van nieuwe elektriciteitsmasten. Iets hoger en groter als dat er nu staan.
Via een hangbrug steek ik de rivier Jökulá á Fjöllum over. Er volgt al snel een klim naar 550 m. Af en toe rijdt er een auto voorbij maar het is echt stil op de weg. Na de afdaling wordt het een landschap een beetje eentonig. Ik zet mijn mp3 speler aan om toch het tempo erin te houden. Voor me zie ik wat bergen opdoemen. Ik vul mijn flessen bij een riviertje want ik weet dat ik ga wildkamperen. Het is al de hele dag bewolkt nu gaat het zelfs een beetje regenen. Ik sla rechtsaf een gravelweg op. Deze loopt evenwijdig aan de ringweg 1 en zal over 7 km weer de 1 opgaan. Het is een verschikkelijke wasbordweg en ik heb al snel spijt van deze actie, maar ik vind een aardig plekje voor de tent. En wanneer die staat, gaat het echt regenen.
De nachten zijn koud. Ondanks dat slaap ik goed. Soms word ik na 8en wakker en heb ik 9 à10 uur geslapen. Het zal door de gezonde buitenlucht komen. In een uur heb ontbeten én mijn spullen ingepakt en stap ik weer op de fiets. Het is bewolkt. De weg loopt langs een rivier die diep in een kloof ligt. Aan de andere kant kijk ik tegen een hoge bergwand aan met watervallen. Na een klim daal ik af naar Egilsstadir. De bewolking wordt dikker en ik zie links en rechts hevige regenbuien. Ik fiets er tussendoor maar krijg toch een klein buitje over me heen.
Na een korte stop rij ik over de 95 naar het zuiden. Eerst fiets ik langs een stuwmeer Lagarfljót daarna volgt er een lange maar geleidelijke klim. Het is een breed dal met hier en daar een boerderij. Een saai stuk. Wanneer ik een meertje gepasseerd ben, neem ik de afslag naar de Oxipas, de 939. Het asfalt wordt gravel en de weg klimt omhoog naar 535 m. Halverwege vind ik een plekje voor de tent. Er lopen hier heel nieuwsgierige schapen die het allemaal erg interessant vinden wat ik doe.
De volgende ochtend klim ik verder omhoog. De gravelweg is goed te fietsen. Voor ik het in de gaten heb, ben ik over het hoogste punt en zet de afdaling in. Het is geweldig mooi hier. De bergen, de watervallen, de rivier onder mij. De verschillende lagen gesteente liggen als terrassen op elkaar. De afdaling is behoorlijk heftig. Er zijn stukken van wel 18-20% en met dat gravel moet je goed weten wat je doet. Als je banden gaan slippen kan je lastig bijsturen. Zeker in de bochten is het link. Nu ben ik erg blij met mijn te zware Schwalbe banden met profiel.
Evenlater fiets ik de ringweg 1 weer op en zie ik de zee. Tijdens de afdaling heb ik toch maar even mijn handschoenen aangedaan. Ik heb ze niet voor niks meegenomen. Het is 12°C en er staat een koude Z-W wind. Er hangen donkere wolken boven mij en af en toe spetterd het een beetje. Twee duitse fietsers komen mij tegemoet. Dat is lang geleden dat ik fietsers tegenkwam. Vader en zoon die 3 weken door ijsland fietsen. Ze zijn op weg naar de boot die vanaf Seydisfjordur vertrekt.
Het is tegen zessen en voor me doemt een pittige klim op langs een steile bergwand. Die bewaar ik voor morgen! Met die dreigende wolken ga ik nu een kampeerplekje zoeken. En die vind ik. Een geweldig plekje op een rotswand vlak bij zee.
Ik geniet van je uitgebreide reisverhalen, nog veel fietsplezier .... take care.
Tante Maria